Beschrijving
Grote boom met een piramidale groeiwijze en een dichte, zeer regelmatige vertakking. De bast is grijsbruin en later diep gegroefd. De jonge twijgen zijn geelbruin tot oranjebruin en kleuren goed bij de blauwgrijze naalden. Deze zijn stijf en stekelig en 2 tot 3 cm lang. De lange cilindrische kegels zijn eerst groen en kleuren bij rijpen geelbruin. De forma (f.) glauca is de min of meer “blauwgrijsnaaldige” vorm van P. pungens. Omdat deze in de natuur voorkomt en zich door zaaien verspreidt, is deze van nature enigszins variabel. In cultuur wordt de boom meestal vegetatief vermeerderd waardoor er wel van één kloon sprake is. De boom stelt weinig eisen aan de bodem, mits deze voldoende vochtig is. Een zeer bruikbare conifeer vanwege de hoge tolerantie voor droge lucht. Goed windbestendig.